Herroeping ingetrokken vergunning is niet onrechtmatig

Blog

De exploitatievergunning van een eigenaar van een pizzeria is ingetrokken op grond van de Wet Bibob. Nadat de eigenaar is vrijgesproken door de meervoudige strafkamer, herroept de gemeente het intrekkingsbesluit. Kan achteraf worden vastgesteld dat sprake is van onrechtmatig handelen ten tijde van het intrekkingsbesluit in verband met de vrijspraak van de eigenaar?

Intrekking exploitatievergunning

Op 17 april 2012 is de eigenaar van een pizzeria aangehouden in een auto, waarbij harddrugs en een grote hoeveelheid contanten zijn aangetroffen en is een strafrechtelijk onderzoek gestart. Dat onderzoek heeft zich gericht op witwassen. In februari 2013 heeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug aan de eigenaar laten weten voornemens te zijn de verleende exploitatievergunning, horecavergunning en terrasvergunning in te trekken op grond van de Wet Bibob. Op 6 mei 2013 zijn de vergunningen ingetrokken op grond van de Wet Bibob. De eigenaar heeft een bezwaarschrift ingediend en de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht om het besluit bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen. Het bezwaarschrift is ongegrond verklaard en het verzoek is afgewezen.

Vrijspraak

In november 2013 heeft de meervoudige strafkamer de eigenaar vrijgesproken van witwassen en het in bezit hebben van harddrugs. De gemeente heeft vervolgens in februari 2014 het intrekkingsbesluit herroepen mede in verband met het feit dat de eigenaar is vrijgesproken van de feiten waarvan hij werd verdacht. De eigenaar heeft tegen deze beslissing geen beroep ingesteld.

Onrechtmatig handelen gemeente

Naar aanleiding van de herroeping door de gemeente is de eigenaar een civiele procedure gestart op grond van onrechtmatige daad. Het herroepen van het intrekkingsbesluit leidt volgens de eigenaar ertoe dat het intrekkingsbesluit onrechtmatig is. De gemeente is daardoor gehouden om de door hem geleden schade te vergoeden.

Verstekvonnis

Bij verstekvonnis zijn de vorderingen van de eigenaar, inhoudende een verklaring voor recht dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld een en ander met veroordeling van de gemeente tot betaling van materiele en immateriële schadevergoeding nader op te maken en te vereffenen bij staat, toegewezen. De gemeente vordert in het verzet alsnog vernietiging van het verstekvonnis.

Standpunten eigenaar

De eigenaar meent dat sprake is van een onrechtmatige overheidsdaad. De gemeente heeft  in strijd met artikel 6 EVRM gehandeld door aan haar besluitvorming strafbare feiten ten grondslag te leggen. Omdat hij is vrijgesproken kan worden vastgesteld dat het intrekkingsbesluit onrechtmatig is.

Onrechtmatige overheidsdaad

Ondanks het verstekvonnis volgt de rechtbank de eigenaar in de verzetprocedure niet. De beoordeling van de onrechtmatigheid van besluiten behoort toe aan de bestuursrechter. Toetsing van besluiten door de burgerlijke rechter dient dan ook terughoudend te geschieden. De gemeente heeft bij beslissing op bezwaar van februari 2014 het besluit van 6 mei 2013 herroepen op grond van nieuwe feiten; vrijspraak van de eigenaar. Voor het overige heeft de gemeente vastgehouden aan de rechtmatigheid van het besluit. De reden van herroeping ligt daarom niet in een aan het besluit klevend gebrek, maar in de nadien gewijzigde omstandigheden. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen omdat de voorzieningenrechter geen aanleiding zag te oordelen dat het bestreden besluit in bezwaar geen stand zal houden. De rechtmatigheid van het besluit is hiermee gegeven.

Geen strijd artikel 6 EVRM

Ook volgt de rechtbank het oordeel van de eigenaar dat de gemeente heeft gehandeld in strijd met artikel 6 EVRM niet. De weigering of intrekking van een vergunning op grond van de Wet Bibob valt buiten het bereik van artikel 6 EVRM. Het besluit van 6 mei 2013 inhoudende de intrekking van de vergunningen is ook daarom rechtmatig.

Conclusie

Als een eerder genomen besluit wordt herroepen op grond van nieuwe feiten en omstandigheden en voor het overige wordt vastgehouden aan de rechtmatigheid van het eerdere besluit, is geen sprake van een onrechtmatige overheidsdaad. Het eerdere besluit is dan niet in strijd met het recht, maar wordt gewijzigd vanwege gewijzigde omstandigheden. Een herroeping van dat eerdere besluit wordt daarom niet geacht onrechtmatig te zijn.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.

Klik hier om de volledige uitspraak te lezen.