Verduidelijking afschaffing stamrechtvrijstelling

Blog

Op Prinsjesdag, dinsdag 17 september 2013, is onder andere het Belastingplan 2014 gepubliceerd. Dit plan bestaat voor een groot deel uit het uitvoeren van diverse maatregelen uit het regeerakkoord, met als doel de overheidsfinanciën op orde te brengen. Een van de aangekondigde maatregelen is een wijziging van de fiscale facilitering van stamrechten.

Stamrechtvrijstelling

Ontslagen werknemers brengen geregeld hun eventueel ontvangen ontslagvergoeding belastingvrij onder in een stamrecht. Dat kan in een BV, maar ook bij een bank, beleggingsinstelling of verzekeraar. Het kan aantrekkelijk zijn om de belastingheffing over de ontslagvergoeding naar de toekomst te verschuiven. De Wet op de loonbelasting 1964 kent daarvoor de stamrechtvrijstelling. De aanspraken worden op het moment van storting in de stamrecht niet belast. Er wordt pas inkomstenbelasting betaald op het moment dat de periodieke uitkering daadwerkelijk geschiedt.

Wat zijn de wijzigingen?

In het Belastingplan 2014 is voorgesteld deze vrijstelling te laten vervallen. De huidige stamrechtvrijstelling komt voor nieuwe ontslagvergoedingen per 1 januari 2014 te vervallen. Hierdoor worden alle ontslagvergoedingen na 1 januari 2014 direct in de loonheffing betrokken.
Verder is voorgesteld om bij bestaande stamrechten de mogelijkheid te bieden om het volledige tegoed in één keer en in 2014 op te nemen. Dan geldt een belastingkorting van 20%. De werknemer betaalt dan niet over het volledige bedrag loonheffing, maar over 80% daarvan. Tijdens de Parlementaire Behandeling is dit aan de orde gekomen. Het kabinet wil anticiperen op de werknemers die eind 2013 snel een stamrecht vestigen en dat in 2014 in één keer willen opnemen met een belastingkorting van 20%. Om dit te beperken, is voorgesteld dat het bedrag van de ontslagvergoeding voor 15 november 2013 moet zijn overgemaakt om van deze regeling gebruik te kunnen maken. Na deze datum kan nog wel gebruik worden gemaakt van de stamrechtvrijstelling. Dit voorstel moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd.

Overgangsregeling

De huidige fiscale regeling voor stamrechten blijft volgens de overgangsregeling van toepassing voor op 31 december 2013 bestaande aanspraken. Het is daarbij de vraag wanneer een aanspraak geacht wordt te zijn gevestigd. Het kabinet heeft laten weten dat voor de kwalificatie “voldoende aanspraak” van belang is dat de aanspraak op 31 december 2013 voldoende bepaald is. Staatssecretaris Weekers van Financiën legde op 4 november 2013 in de Tweede Kamer uit dat dit het geval is als de werknemers hun ontslag uiterlijk op 31 december 2013 aangezegd krijgen. De ontslagdatum moet uiterlijk op 30 juni 2014 liggen. Weekers schat in dat er zo voldoende tijd is voor mensen die overwegen van een stamrecht gebruik te maken.

Hierdoor lijkt het langzaam maar zeker steeds meer helder te worden wanneer nog wel en wanneer niet meer gebruik mag worden gemaakt van de stamrechtvrijstelling. We houden u van alle ontwikkelingen op de hoogte. Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.