Plattelandswoningen: voormalige boerderijen legaal?

Blog

In veel gemeenten speelt het probleem van de zogenaamde ‘plattelandswoning’. Dit zijn woningen die oorspronkelijk hoorden bij een agrarisch bedrijf. Steeds vaker ontstaat de behoefte om de woningen apart te verkopen of ‘los’ van het bedrijf te bewonen.

De voorschriften van een bestemmingsplan of een beheersverordening bepalen vaak dat er een (sterke) relatie moet zijn tussen bedrijf en woning. Is die er niet, bijvoorbeeld als de woning wordt bewoond door derden als ‘burgerwoning’, dan is het feitelijk gebruik van de woning maatgevend. Dit betekent dat het betreffende bedrijf dan in haar mogelijkheden wordt belemmerd.

Om dit te voorkomen is een wetsvoorstel gedaan. De Tweede Kamer heeft het voorstel op 14 juni 2012 aangenomen, de Eerste Kamer heeft het op 10 juli 2012 afgehandeld als kamerstuk. Wanneer de wet in werking treedt, is nog onduidelijk.

De wet wijzigt de Wabo, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door toevoeging van artikel 1.1a. Daarbij wordt uitgegaan van een bepaalde fictie. Een bedrijfswoning of voormalige bedrijfswoning bij een landbouwinrichting wordt voor de milieugevolgen geacht deel uit te maken van het bedrijf waar de woning bij staat. In termen van de Wabo: de woning hoort bij de inrichting. Zo zitten bedrijf en woning elkaar niet in de weg, omdat er bijvoorbeeld te dichtbij teveel geluid wordt geproduceerd. Een landbouwinrichting is een inrichting waarin uitsluitend of in hoofdzaak gewassen worden geteeld of gekweekt of landbouwhuisdieren worden gefokt of verhandeld.

Belangrijk is dat de gemeente de woning aanwijst als woning die door derden mag worden bewoond. Dat vereist beleid van de gemeente, dat moet zijn neergelegd in een bestemmingsplan, een beheersverordening of een omgevingsvergunning. Nadat de wet is aangenomen, is het dus wel zaak dat gemeenten beleid gaan ontwikkelen.

De wet kent geen overgangsrecht; dat betekent dat woningen die nu illegaal worden bewoond, afhankelijk zijn van aanwijzing door de gemeente. Illegaal wil zeggen dat het huidige gebruik niet onder de bepalingen van het bestemmingsplan (inclusief het overgangsrecht) valt.

Maar als een woning wordt aangewezen om door derden te mogen worden bewoond, kan deze als burgerwoning worden bewoond en verkocht. Uiteraard is er wel sprake van een ander woongenot dan bij ‘gewone’ woningen: er zal sprake zijn van een naastgelegen bedrijf.

De wet regelt, tot slot, deze problematiek ook in een breder verband. Voor milieugevolgen wordt op dit moment gekeken naar het feitelijk gebruik van naastgelegen objecten.

Als bijvoorbeeld op een bedrijventerrein (illegaal) wordt gewoond, wordt voor de gevolgen toch gekeken naar het feitelijk gebruik. Dat illegale gebruik werkt dan belemmerend op bedrijven die legaal willen vestigen of uitbreiden.

De wet kent als tweede onderdeel een toevoeging aan artikel 2.14 van de Wabo. In het nieuwe lid 7 wordt geregeld dat er voor de milieugevolgen wordt gekeken naar het planologisch mogelijk gebruik, niet het feitelijke gebruik. Zo wordt deze onbedoelde belemmering door illegaal gebruik opgeheven.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.