Biedt de lichte bevelsbevoegdheid een grondslag voor het besluit tot het euthanaseren van een agressieve hond?

Blog

Is de lichte bevelsbevoegdheid ex artikel 172 lid 3 Gemeentewet een geschikt middel om een inbeslaggenomen hond te euthanaseren of kan een gemeente beter kiezen voor het opleggen van een last onder bestuursdwang? De rechtbank Oost-Brabant gaat in de uitspraak van 23 oktober 2014 in op de verhouding tussen beide handhavingsmiddelen.

De aanleiding

De burgemeester van de gemeente Son en Breugel zag zich al eerder genoodzaakt om de eigenaar van de agressieve rottweiler ‘Diesel’ te bevelen om de hond af te staan. Diesel werd in beslag genomen en geplaatst bij een opslaghouder (Rb. Oost-Brabant, 11 juni 2014). Ondanks dat Diesel in opslag is genomen, vertoont hij nog steeds zeer agressief gedrag. Drie maanden later besloot de burgemeester om Diesel te laten euthanaseren. Tegen dit besluit maakt de eigenaar bezwaar. Tegen de ongegrondverklaring van het bezwaar gaat de eigenaar van de hond vervolgens in beroep.

Grondslag

In het besluit is aan de eigenaar meegedeeld dat de burgemeester voornemens is om Diesel te euthanaseren. De commissie bezwaar- en beroepschriften stelt dat er sprake is van een last onder bestuursdwang en adviseert om het primaire besluit uit te breiden met een begunstigingstermijn.

De burgemeester neemt het advies van de commissie over en vergunt de eigenaar een termijn van een maand om Diesel te herplaatsen. Indien de eigenaar niet aan deze last voldoet, dan zal de hond worden geëuthanaseerd.

Desgevraagd antwoordt de burgemeester tijdens de mondelinge behandeling bij de rechtbank, dat het bestreden besluit is genomen op grond van de hem toekomende lichte bevelsbevoegdheid, ex artikel 172, lid 3 Gemeentewet. Een ‘hybride’ vorm van de toepassing van de lichte bevelsbevoegdheid, zo verklaart de burgemeester tegen de rechter. In het kader van de vereiste zorgvuldigheid is een begunstigingstermijn van een maand geboden.

De uitspraak

De rechtbank heeft geen enkele aanwijzing gevonden dat de burgemeester toepassing heeft willen geven aan artikel 172, lid 3 van de Gemeentewet. Voorts stelt de rechtbank dat ofwel een last onder bestuursdwang wordt opgelegd (bij overtreding van een wettelijk voorschrift) ofwel de lichte bevelsbevoegdheid wordt aangewend (wanneer geen sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift). De wet, de jurisprudentie en het recht bieden geen aanknopingspunten voor toepassing van een ‘hybride’ vorm van de lichte bevelsbevoegdheid, aldus de rechtbank.

Omdat in de besluitvorming niets is vermeld over de toepassing van de bevoegdheid ex artikel 172 lid 3 van de Gemeentewet en het besluit een niet mis te verstane indruk wekt dat een last onder bestuursdwang is opgelegd, vernietigt de rechtbank het bestreden besluit vanwege een ondeugdelijke motivering.

Verhouding lichte bevelsbevoegdheid en bestuursdwang

De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding bestaat om de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten. De rechtbank bepaalt dat de lichte bevelsbevoegdheid kan worden toegepast bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees daarvoor. De rechtbank stelt daarbij voorop dat de lichte bevelsbevoegdheid slechts kan worden toegepast in een onmiddellijkheidssituatie. De verklaring van de burgemeester dat hij geen andere middelen voorhanden heeft, dat het onwenselijk is dat Diesel eeuwig in ‘tbs’ wordt gehouden en dat het OM niet voornemens is om op te treden, is volgens de rechtbank geen reden om de lichte bevelsbevoegdheid aan te wenden. Enkel het bieden van een begunstigingstermijn van een maand, leidt tot de conclusie dat van zo’n situatie geen sprake was.

Bent u geïnteresseerd in de volledige uitspraak, klik dan hier.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neem dan contact op met één van onze specialisten.