Initiatiefwetsvoorstel Zelfstandigenwet: een update voor zelfstandigen en opdrachtgevers
In mijn eerdere blog schreef ik over het vervallen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025. Sindsdien is de Belastingdienst actief gaan handhaven en controleren op schijnzelfstandigheid op grond van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (“Wet DBA”). Ook ging ik in op het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoedens (“VBAR”). Dit wetsvoorstel heeft als doel om:
- een helder wettelijk toetsingskader te bieden voor de beoordeling van arbeidsrelaties, zodat duidelijk wordt of iemand als werknemer of zelfstandige moet worden aangemerkt; en
- een rechtsvermoeden van werknemerschap in te voeren wanneer het uurtarief lager is dan €36,-.
Onlangs hebben de partijen VVD, D66, SGP en CDA het initiatiefwetsvoorstel ‘Zelfstandigenwet’ ingediend als alternatief voor (een deel van) de VBAR. In deze blog bespreek ik wat we tot nu toe weten over de Zelfstandigenwet en wat dit toetsingskader inhoudt voor u als zelfstandige of opdrachtgever.
Hoe ziet het toetsingskader van de Zelfstandigenwet eruit?
De Zelfstandigenwet introduceert een toetsingskader waarmee wordt vastgesteld of iemand als zelfstandige kan worden aangemerkt. Of iemand als zelfstandige werkt, wordt beantwoord aan de hand van drie specifieke toetsen:
- de zelfstandigentoets;
- de werkrelatietoets;
- de sectorale toets.
De criteria van deze toetsen licht ik onderstaand toe.
1. Zelfstandigentoets: is de werkende aan te merken als zelfstandige?
Om als zelfstandige te kwalificeren, moet u aan de volgende criteria voldoen:
- u werkt voor eigen rekening en risico;
- u voert een deugdelijke administratie (indicaties zijn onder meer een KvK-inschrijving, btw-nummer, zakelijke rekening en facturering aan opdrachtgevers volgens de Wet Omzetbelasting);
- u uit zich in het economisch verkeer als zelfstandig ondernemer (u bent bijvoorbeeld vindbaar als ondernemer, u investeert in bedrijfsmiddelen en besteed tijd aan acquisitie);
- u heeft een adequate arbeidsongeschiktheidsvoorziening getroffen (bijvoorbeeld een private verzekering of voldoende aantoonbaar eigen vermogen als vangnet);
- u draagt proportioneel bij aan een adequate pensioenvoorziening om inkomensverlies en armoedeval bij pensionering te voorkomen.
2. Werkrelatietoets: is de werkende in de uitvoering van het werk voldoende zelfstandig en ontbreekt een gezagsrelatie met de opdrachtgever?
Er is sprake van voldoende zelfstandigheid in de uitvoering van het werk als aan de volgende criteria wordt voldaan:
- u heeft een grote mate van vrijheid in de organisatie van de werktijd en verlofdagen;
- u heeft een grote mate van vrijheid om zelf te bepalen hoe de werkzaamheden worden uitgevoerd of georganiseerd;
- er is geen sprake van hiërarchische controle door de opdrachtgever;
- het is de bedoeling van partijen om te werken met en als zelfstandige.
3. Sectorale toets: gelden er binnen de sector extra regels of criteria die wijzen op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst? Deze toets is bedoeld voor sectoren met een hoger risico op schijnzelfstandigheid.
De werkende moet aan (de criteria van) de drie toetsen voldoen om te kwalificeren als zelfstandige. Bij de toetsing wordt gekeken naar de feitelijke uitvoering van de werkrelatie.
Twijfels over de kwalificatie van de werkrelatie?
De Zelfstandigenwet biedt zelfstandigen en opdrachtgevers de mogelijkheid om de Commissie Beoordeling Toetsingskader (“Commissie”) om een oordeel te vragen over de kwalificatie van de werkrelatie. De uitspraken van de Commissie zijn openbaar en bindend voor instanties zoals de Belastingdienst en het UWV.
Let op: tegen de beslissing van de Commissie is geen bezwaar of beroep mogelijk. Partijen kunnen natuurlijk wel naar de rechter stappen.
Afsluiting
De consultatiefase van het initiatiefwetsvoorstel ‘Zelfstandigenwet’ is op 23 juni 2025 afgerond. Op basis van de ontvangen reacties kan het wetsvoorstel worden aangepast, waarna het wordt voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
Het wetsvoorstel VBAR is op 7 juli 2025 ingediend bij de Tweede Kamer. Na goedkeuring door de Tweede Kamer wordt het voorstel ter behandeling aan de Eerste Kamer voorgelegd. Verleent ook die haar goedkeuring, dan treedt de wet naar verwachting op 1 juli 2026 in werking.
Tot op heden blijft de Belastingdienst handhaven op schijnzelfstandigheid op basis van de van de Wet DBA. Voor meer informatie over het huidige toetsingskader van de Belastingdienst verwijs ik u naar mijn blog van 31 december 2024.
Wij blijven de ontwikkelingen rond beide wetsvoorstellen nauwlettend volgen en houden u op de hoogte van de veranderingen.
Heeft u als zelfstandige vragen over uw status, of twijfelt u als opdrachtgever of iemand als zelfstandige kan worden aangemerkt? Neem dan gerust contact met ons op voor advies.