Verdere vertraging voor Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Blog

 

Op 11 juli jl. zou de Eerste Kamer gaan stemmen over het aannemen van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Op verzoek van demissionair minister Plasterk is deze stemming uiteindelijk uitgesteld. Inmiddels is duidelijk dat de invoering van de wet in ieder geval wordt uitgesteld tot 2019. Wat zijn de problemen?

Kwaliteitsborgers

Al eerder hebben wij bericht over de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer en de gevolgen van het wetsvoorstel voor de bouwpraktijk. Met het wetsvoorstel wordt beoogd om de kwaliteit voor het bouwen te verbeteren door de introductie van een nieuw stelsel van kwaliteitsbewaking. Zoals eerder toegelicht, bevat het wetsvoorstel zowel een publiekrechtelijk als een privaatrechtelijk onderdeel.  De publiekrechtelijke wijziging die het wetsvoorstel met zich brengt, houdt kort gezegd in dat de preventieve gemeentelijke toetsing bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor wat betreft de bouwtechnische details, zal komen te vervallen. Private instellingen (hierna: kwaliteitsborgers) worden belast met de kwaliteitsbewaking. Feitelijk leidt dit ertoe dat een opdrachtgever bij de aanvraag aan de gemeente doorgeeft in welke risicoklasse het bouwwerk valt, welk instrument hij wil gebruiken en welke kwaliteitsborger dat instrument gaat toepassen. De gemeente toetst of de opdrachtgever werkt met een gerechtigde kwaliteitsborger, maar zal dus niet meer inhoudelijk aan bouwtechnische voorschriften toetsen.

Informatieplicht en aansprakelijkheid na oplevering

Daarnaast zijn er privaatrechtelijke wijzigingen die ingrijpende gevolgen kunnen hebben op bijvoorbeeld de informatieplicht van de aannemer en de aansprakelijkheid na oplevering.

Kritiek

Verschillende partijen hebben al de nodige kritiek geuit op het wetsvoorstel. Zo schreef prof. mr. drs. M.A.B. Chao Duivis in een open brief aan minister Blok dat er met de huidige formulering van het wetsvoorstel discussie kan ontstaan over de wijze waarop een aannemer de oplevering van het werk moet inrichten om zijn aansprakelijkheid ten aanzien van  verborgen gebreken te kunnen afdekken. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) stelt dat de gedachtegang achter het wetsvoorstel prima is, maar dat het huidige wetsvoorstel onduidelijk en onuitvoerbaar is. De VNG ziet vooral problemen met de uitvoerbaarheid en de rol die aan gemeentes is toebedeeld in de duale rolverdeling met de markt. Volgens de VNG worden de beoogde kwaliteitsverbetering en kostenafname niet bereikt.

Brandbrief

De eerdere kritiek van de VNG lijkt één van de redenen te zijn dat de stemming in de Eerste Kamer is aangehouden. Tijdens het debat van 4 juli 2017 bleek dat er binnen de Eerste Kamer verschillende bezwaren leven tegen de invoering van de wet. Deze bezwaren lijken vooral te zijn ingegeven door de brandbrief die door de vier grote gemeenten Den Haag, Amsterdam, Utrecht en Rotterdam op 9 juni 2017 aan de Eerste Kamer is gezonden. De gemeenten vrezen dat indien het toezicht op de bouwkwaliteit wordt geprivatiseerd, het toezicht zal verslechteren.

Pilotproject

Dat het toezicht op de bouwkwaliteit door privatisering niet optimaal was, bleek al uit een pilotproject dat de gemeente Den Haag vooruitlopend op de nieuwe wet had ingesteld. In het pilotproject had de gemeente Den Haag  het bouwtoezicht bij private partijen ondergebracht. De resultaten van dit pilotproject waren teleurstellend. Om die reden maakte de gemeente Den Haag onlangs een “pas op de plaats” met het pilotproject. Volgens de gemeente levert het bouwtoezicht door private partijen onvoldoende zekerheid op met betrekking  tot de bouwkwaliteit. Bovendien maakte de Volkskrant melding van het feit dat de gemeente Den Haag zich genoodzaakt zag om bij vier van de tien projecten die betrokken waren bij het pilotproject, in te grijpen waarbij twee projecten helemaal werden stilgelegd wegens instortingsgevaar.

Aanpassing/aanvulling wetsvoorstel

Gedurende het debat in de Eerste Kamer werd uiteindelijk duidelijk dat de minister de wet zal moeten aanpassen of aanvullen. Dit heeft als gevolg dat de (nieuwe) Tweede Kamer de wet zal moeten behandelen. Vervolgens zal de wet weer naar de Eerste Kamer worden gezonden. Al met al is het de verwachting dat de aangepaste Wet kwaliteitsborging voor het bouwen pas medio 2019 in werking zal treden. Dit uiteraard behoudens alle wijzigingen die eerst nog door beide kamers moeten worden geloodst. Over de toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van het wetsvoorstel zullen wij u uiteraard op de hoogte houden.

Mocht u nog vragen hebben over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met één van onze specialisten.