Letselschade berekenen: leeftijd speelt een rol

Blog

Schenkeveld Advocaten - oudere met letsel

Als een slachtoffer met letselschade blijvende beperkingen heeft opgelopen, wordt er bij de totstandkoming van een minnelijke regeling rekening gehouden met schade in de toekomst, zoals kosten voor huishoudelijke hulp. In de rechtspraak is bepaald dat er bij blijvende beperkingen mag worden doorgerekend tot een eindleeftijd van 75 jaar. Maar wat nu als het slachtoffer deze leeftijd al (bijna) heeft bereikt?

Daarnaast kan de leeftijd van het slachtoffer invloed hebben op de omvang van het smartengeld. Er wordt soms betoogd dat een slachtoffer op leeftijd minder lang lijdt, waardoor een lagere vergoeding wordt gegeven. In dit artikel behandel ik tevens of dit in de rechtspraak standhoudt.

Leeftijd & toekomstige schade

Het uitgangspunt bij de berekening van de omvang van een schadevergoeding is om een slachtoffer zoveel mogelijk in de toestand te brengen waarin hij zou hebben verkeerd als de schadeveroorzakende gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden. Daarbij moet de schade worden berekend met inachtneming van alle feiten en omstandigheden van het concrete geval.

De schade moet zo concreet mogelijk worden berekend of, als dit niet mogelijk is, zo goed mogelijk worden geschat (artikel 6:97 BW). Bij het begroten van de toekomstige schade gaat het om een afweging van goede en kwade kansen (artikel 6:105 BW). De omvang van de toekomstige schade wordt dan vastgesteld door de situatie ‘met letsel’  en de ingeschatte situatie ‘zonder letsel’  te vergelijken. Tot zover de juridische achtergrond, hoe gaat dit nu in de praktijk in zijn werk? Ik licht dit toe aan de hand van een praktijkvoorbeeld:

blijvend letsel op hogere leeftijd

Een slachtoffer heeft door een medische fout blijvend letsel opgelopen. Ten tijde van de fout was zij 78 jaar. Op het moment dat het Hof uitspraak doet is zij inmiddels 87 jaar. Het slachtoffer heeft daarmee zowel de ‘fictieve’ eindleeftijd van 75 jaar als de statistische eindleeftijd bereikt. Tot welke leeftijd moet de schade nu worden doorgerekend? Het Hof oordeelt:

“Er valt in feite geen zinnig antwoord te geven op de vraag hoe lang [moeder] nog zal leven (in de feitelijke situatie) of geleefd zou hebben (in de hypothetische situatie zonder ongeval). Toch zal het hof, indachtig het voorschrift in artikel 26 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, hier een knoop moeten doorhakken. Voorts slaat het hof ook acht op de mogelijkheid (de kwade kans) dat [moeder] op enig moment zó hulpbehoevend zou zijn geworden, dat zij ook naar een verzorgingshuis zou hebben moeten verhuizen. Het hof zal, in het kader van de schadebegroting, naar alle redelijkheid de einddatum vaststellen op het bereiken van de 95-jarige leeftijd van [moeder].”

Leeftijd & smartengeld

Bij de beoordeling van de omvang van smartengeld moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval. Dit betekent dat ook de leeftijd van het slachtoffer een rol speelt. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overwoog in de hiervoor genoemde uitspraak dat het toegekende smartengeld in het algemeen hoger is naarmate de leeftijd van het slachtoffer lager is.

Als een slachtoffer op leeftijd is, is het daarom verstandig om goed te motiveren hoe groot de inbreuk is op het leven van het slachtoffer. Met andere woorden: er zal, ten opzichte van een jonger slachtoffer, extra aannemelijk moeten worden gemaakt hoe groot de levensvreugde was die het slachtoffer is ontnomen. Ook hierbij een praktijkvoorbeeld.

Minder smartengeld bij hogere leeftijd?

Nog een praktijkvoorbeeld. Een slachtoffer was ten tijde van het ongeval 75 jaar. De aansprakelijke verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de duur van het lijden vanwege de leeftijd van het slachtoffer een drukkend effect heeft op de omvang van de vergoeding. Met andere woorden: omdat het slachtoffer ouder is, komt haar minder smartengeld toe. De rechtbank gaat hier niet in mee en overweegt:

“Anders dan Univé is de rechtbank van oordeel dat de leeftijd van [verzoekster] en daarmee de duur van “het lijden” geen significante invloed heeft op de omvang van de vergoeding, in die zin dat die vergoeding lager zou moeten uitvallen omdat sprake is van een beperkte lijdensduur. Met [verzoekster] is de rechtbank van oordeel dat, gezien de hoge mate waarin [verzoekster] nog actief en sportief in het leven stond, een redelijke verwachting is dat zij nog een significant aantal jaren in kwalitatief goede gezondheid had kunnen leven als het ongeval niet had plaatsgevonden, waarin actief bezig zijn en sportieve activiteiten een grote rol gespeeld zouden hebben. Dat is haar door het ongeval ontnomen.”

De rechtbank overweegt hier aan de hand van objectieve factoren dat het slachtoffer door het ongeval grote levensvreugde is ontnomen. Het slachtoffer zal nooit meer zo actief en sportief in het leven kunnen staan zoals in de situatie zonder het ongeval.

Leeftijd van slachtoffer heeft invloed op omvang schadevergoeding

De leeftijd van het slachtoffer kan een significante invloed hebben op de omvang van de schadevergoeding. Onze letselschadeadvocaten hebben ervaring met het berekenen van schade, ook in de situatie waarbij een slachtoffer op leeftijd is. Heeft u vragen over de omvang van de schadevergoeding? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze letselschadeadvocaten.