Geen hoge eisen bij vaststellen schadevergoeding wegens verlies aan verdienvermogen: de Hoge Raad grijpt in

Blog

De Hoge Raad oordeelt dat de omvang van het verlies aan verdienvermogen niet zo maar mag worden beperkt vanwege een bijzondere persoonlijkheidsstructuur.

Achtergrondinformatie

Als gevolg van een ongeval in 1989 heeft benadeelde whiplash gerelateerde klachten opgelopen. Na neuropsychologisch onderzoek is vastgesteld dat benadeelde voorafgaande aan het ongeval bekend was met een kwetsbare persoonlijkheidsstructuur.

Aan de Hoge Raad wordt voorgelegd in hoeverre met de kwetsbare persoonlijkheidsstructuur rekening moet worden gehouden bij het vaststellen van het (toekomstig) verlies aan verdienvermogen, een belangrijk onderdeel van de schadevergoeding na bijvoorbeeld een verkeersongeval.

Begroting verlies aan verdienvermogen

Het verlies aan verdienvermogen komt naar voren als schadepost als een benadeelde minder is gaan verdienen als gevolg van een ongeval. Anders gezegd, hij merkt een verschil in zijn inkomen. De schade wordt begroot door een vergelijking te maken tussen het inkomen van benadeelde in de feitelijke situatie zoals deze is na het ongeval en het inkomen dat de benadeelde in de hypothetische situatie zonder ongeval zou hebben verworven. Daarbij dienen de goede en kwade kansen te worden afgewogen.

Het verlies aan arbeidsvermogen kan (mede) verband houden met een bijzondere lichamelijke of geestelijke kwetsbaarheid van de benadeelde. Over het algemeen wordt het verlies aan verdienvermogen dan beperkt door een kortere looptijd of ervan uit te gaan dat benadeelde minder had verdiend (in de hypothetische situatie zonder ongeval). De schadevergoeding valt dan in het algemeen lager uit.

Het oordeel van het Hof

In dit geval wijst het Hof in hoger beroep het gevorderde verlies aan verdienvermogen af aangezien hij het onvoldoende aannemelijk vindt dat benadeelde dezelfde carrière had gehad als zijn medestudenten wanneer hij het ongeval niet had gehad. Ter onderbouwing stelt het Hof dat er door de kwetsbare persoonlijkheidsstructuur, zoals uit het neuropsychologisch rapport gebleken, er twijfel zou bestaan dat benadeelde in staat zou zijn geweest een vergelijkbare carrière te realiseren. Er wordt zodoende geen verlies aan verdienvermogen aangenomen.

De Hoge Raad grijpt in

De Hoge Raad oordeelt dat vooropgesteld moet worden dat de omvang van de arbeidsvermogensschade niet lichtvaardig mag worden beperkt vanwege een bijzondere persoonlijkheidsstructuur (‘predispositie’). Het ligt niet op de weg van een neuropsycholoog om te beoordelen of benadeelde in staat zou zijn geweest een vergelijkbare carrière als zijn studiegenoten te realiseren. De Hoge Raad wijst terug naar het Hof met de opmerking dat een arbeidsdeskundige een handvat kan bieden voor de beoordeling van de mogelijke carrière in de situatie zonder het ongeval. Het Hof heeft te snel geoordeeld door geen verlies aan verdienvermogen aan te nemen en zal zich wederom moeten buigen over de zaak.