Aanneming van werk: let op voor stilzwijgende aanvaarding van het werk

Blog

Schenkeveld Advocaten - huisinaanbouw

Bij een aanneemovereenkomst is de hoofdverplichting van de aannemer de oplevering van het werk. Aan de oplevering zijn verschillende juridische consequenties verbonden, waaronder de consequentie dat de opdrachtgever na oplevering de volledige aanneemsom is verschuldigd. In een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland stond de vraag centraal of de opdrachtgever het werk (stilzwijgend) heeft aanvaard, waardoor hij de laatste facturen van de aanneemsom verschuldigd is aan de aannemer.

Feiten

De aannemer en de opdrachtgever hebben twee overeenkomsten van aanneming gesloten, namelijk een overeenkomst voor het realiseren van een uitbouw en een overeenkomst voor werkzaamheden aan een dakkapel en plafonds. De totale aanneemsom voor deze werkzaamheden bedraagt € 49.800,=.

Het werk was volgens de aannemer op 14 juni 2018 klaar om te worden opgeleverd. De opdrachtgever heeft de slottermijnen van beide overeenkomsten onbetaald gelaten (in totaal een bedrag van € 2.855,=). De aannemer heeft de opdrachtgever gesommeerd om de openstaande facturen te betalen, waarna de opdrachtgever deze facturen heeft betwist en de aannemer in gebreke heeft gesteld. Dit omdat volgens hem nog geen oplevering heeft plaatsgevonden en het werk gebrekkig is. Als gevolg hiervan heeft de aannemer het geschil voorgelegd aan de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland (hierna: “rechtbank”).

Sprake van oplevering?

De rechtbank oordeelt dat voor de vraag of de slottermijnen verschuldigd zijn, allereerst beoordeeld moet worden of het werk is opgeleverd. De opdrachtgever stelt zich op het standpunt dat dit niet het geval is, aangezien er geen gezamenlijk proces-verbaal van oplevering is opgemaakt of enige andere vorm van oplevering is geweest. De rechtbank maakt hier echter direct korte metten mee en oordeelt dat dit standpunt onhoudbaar is op grond van de wet. Artikel 7:758 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt namelijk dat indien de aannemer te kennen heeft gegeven dat het werk klaar is om te worden opgeleverd en de opdrachtgever het werk niet binnen een redelijke termijn keurt, al dan niet onder voorbehoud aanvaardt of onder aanwijzing van de gebreken weigert, de opdrachtgever geacht wordt het werk stilzwijgend te hebben aanvaard.

Werk gereed voor oplevering

De aannemer heeft op 14 juni 2018 aan de opdrachtgever te kennen gegeven dat het werk gereed is om te worden opgeleverd en hij heeft hierbij verzocht om eventuele opleverpunten binnen 24 uur per e-mail aan hem kenbaar te maken. De opdrachtgever heeft niet aan dit verzoek voldaan. Vervolgens heeft de aannemer op 20 juni 2018 aan de opdrachtgever medegedeeld dat hij ervan uitgaat dat de oplevering een feit is.

Geen oplevering plaatsgevonden

De opdrachtgever heeft zich (pas) bij brief van 13 augustus 2018 op het standpunt gesteld dat er geen oplevering heeft plaatsgevonden. Bij deze brief heeft hij een bouwrapport van 18 juni 2018 gevoegd, waaruit volgt dat het werk kennelijk gekeurd is op 14 juni 2018. Dit is voor de rechtbank aanleiding om te concluderen dat de opdrachtgever het werk schijnbaar tijdig heeft laten keuren, maar heeft nagelaten om de aannemer binnen een redelijk termijn in te lichten over het resultaat van die keuring. Namelijk of hij het werk (al dan niet onder voorbehoud) aanvaardt of weigert. Dit geldt temeer nu – volgens de rechtbank – voor weigering van het werk slechts plaats zal zijn indien de gebreken aan ingebruikneming van het werk door de opdrachtgever in de weg staan. De opdrachtgever heeft echter ter zitting bevestigd dat de opleverpunten niet zodanig zijn dat hij geen gebruik kan maken van de woning.

Werk stilzwijgend aanvaard

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de opdrachtgever het werk stilzwijgend heeft aanvaard en het werk dus als opgeleverd dient te worden beschouwd. Dit betekent dat de opdrachtgever gehouden is om de twee facturen met betrekking tot de slottermijnen aan de aannemer dient te voldoen.

Conclusie

Het is voor zowel een aannemer als een opdrachtgever van belang om in ogenschouw te houden welke (juridische) consequenties de oplevering van het werk tot gevolg heeft. Wanneer de aannemer aan de opdrachtgever mededeelt dat het werk gereed is om te worden opgeleverd, dient de opdrachtgever een handeling te verrichten. Dit kan zijn het werk laten keuren en als gevolgen daarvan aanvaarden of onder aanwijzing van de gebreken weigeren. Stilzitten is echter veelal – zoals uit deze zaak volgt – geen verstandige keus, aangezien de wet bepaalt dat het werk in dat geval geacht wordt stilzwijgend te zijn aanvaard door de opdrachtgever, met alle (juridische) consequenties van de oplevering tot gevolg.

Heeft u een geschil met uw opdrachtgever of uw aannemer, of heeft u vragen over de (juridische) consequenties van de oplevering van het werk, neem dan contact op met één van onze specialisten van vastgoedrecht.